Bouwen voor de toekomst
De provincie Utrecht is een groeiende regio. Door de centrale ligging zijn de Randstad, natuurgebieden en goede verbindingen met de rest van Nederland, altijd binnen handbereik. Het aantal mensen dat zich in deze regio vestigt is groter dan het aantal inwoners dat vertrekt. In 2016 woonden er in de hele provincie ongeveer 1,3 miljoen mensen. Volgens de prognoses komen er tot 2040 nog ongeveer 160.000 inwoners bij. De groei zet door, maar kan de woningmarkt in de provincie deze groei wel aan? En hoe zorgen we naast voldoende en passende woningen ook voor woningaanbod dat van goede kwaliteit is en bijdraagt aan de omslag naar duurzame energie (energietransitie)?
Maatschappelijke opgaven
- Door groei én verschuivingen in samenstelling van huishoudens in de provincie, zullen in de toekomst meer en andere typen woningen nodig zijn. Gezien de huidige woningvoorraad zijn vooral kleinere woningtypen voor jongvolwassenen en (zorgbehoevende) ouderen gewenst.
- Winkel- en kantorenleegstand vraagt in toenemende mate om transformatie-initiatieven. Mogelijk kan de woonfunctie in de stadscentra hierdoor een extra impuls krijgen.
- De omslag naar duurzame energie is één van de grootste opgaven voor de gebouwde omgeving. Welke materiële en immateriële maatregelen kunnen bijdragen aan het bevorderen van duurzaam wonen?
Zoals we bij het thema bevolking al aangaven, is de provincie Utrecht qua oppervlakte de kleinste provincie van Nederland, maar qua bevolkingsomvang één van de snelst uitbreidende provincies. Net als in de rest van Nederland is er in de provincie Utrecht een zeer duidelijke trek naar de stad. Van de verwachte 160.000 nieuwe inwoners in 2040 komen bijna 8 op de 10 mensen in de steden Utrecht en Amersfoort te wonen. Met de aanstaande afronding van grote nieuwbouwwijken als Leidsche Rijn in Utrecht en Vathorst in Amersfoort komt aan de ruimtelijke uitbreiding van steden echter voorlopig een einde. Om nieuwe inwoners van geschikte woningen te voorzien wordt er steeds meer gekeken naar manieren om in het bestaande bebouwde gebied nieuwbouw te realiseren.
In de afgelopen decennia is de diversiteit aan huishoudensvormen toegenomen waardoor ook andere woningtypen nodig zijn dan we vroeger gewend waren. De gemiddelde leeftijd van een woning in de provincie Utrecht is 44 jaar. In 2016 heeft twee op de drie woningen in Utrecht een bouwjaar van voor 1985. In 1985 was het aandeel eenpersoonshuishoudens in Nederland 28%. Het totale aantal huishoudens is in de afgelopen 44 jaar sterk gestegen, waarbij het aandeel eenpersoonshuishoudens is gestegen naar 38%. Uitgesplitst naar de afzonderlijke gemeenten zien we dat Utrecht het grootste aandeel eenpersoonshuishoudens heeft; hier is meer dan de helft van alle huishoudens een eenpersoonshuishouden. Ook de gemeente Zeist heeft een groot aandeel eenpersoonshuishoudens (41%). In Renswoude en Bunschoten is minder dan 25% van de huishoudens een eenpersoonshuishouden.(i)
(i) Op de woningmarktmonitor van de provincie Utrecht is veel verdere informatie te vinden over ontwikkelingen op de provinciale woningmarkt.
In de provincie staan in 2015 in totaal 548.114 woningen. Van deze woningen is een kleine 57% een koopwoning, een kleine 28% een sociale huurwoning en 15% een particuliere huurwoning. In gemeenten met een relatief kleiner inwonersaantal is het aandeel koopwoningen in sommige gevallen boven de 70%, terwijl dit aandeel in de gemeente Utrecht op 45,4% ligt. Met 33,8% heeft Veenendaal het hoogste aandeel sociale huurwoningen, gevolgd door Zeist en Vianen. In Bunnik en Montfoort ligt dit aandeel rond de 15%.
De energietransitie is in volle gang. Door klimaatverandering en het toenemend aantal vraagtekens bij de productie van aardgas, komt er meer aandacht voor de aanleg van huizen en wijken zonder gasleidingen. In steeds meer huishoudens wordt eigen energie opgewekt of worden energiebesparende maatregelen toegepast. In de provincie Utrecht is het de ambitie om voor het jaar 2020 50.000 nul-op-de-meter (NOM) woningen te hebben gerealiseerd.(i) Een NOM-woning wekt op duurzame wijze evenveel energie op als het zelf verbruikt. Dit wordt gedaan door bijvoorbeeld gebruik te maken van zonnepanelen, alternatieven voor aardgas en verwarming door middel van warmtepompen. In 2015 hebben vier op de honderd adressen geregistreerde zonnepanelen. In 2010 was de gemiddeld opgewekte zonnestroom per inwoner in de provincie Utrecht 11 MJ. In 2015 is dit volume met 162 MJ een tienvoud van het volume in 2011. Ondanks deze groei blijft de provincie ver achter op provincies als Flevoland, Overijssel en Gelderland, waar het gemiddelde ruim boven de 400 MJ zonnestroom per inwoner ligt. De gemeente Nieuwegein, Zeist en Utrecht wekken rond de 100 MJ zonnestroom per inwoner op en lopen hiermee binnen de provincie achter op koploper Eemnes, in 2015 is daar 376 MJ zonnestroom per inwoner opgewekt.
(i) Website Economic Board Utrecht, Nieuws, 25 oktober 2016.
Begin 2015 hebben alle woningeigenaren een voorlopig energielabel gekregen van de overheid. Een steeds groter deel van deze voorlopige energielabels is definitief geworden. Het hebben van een beter energielabel loont voor veel huishoudens. Naarmate huizen beter geïsoleerd zijn en energiezuiniger worden, levert dit lagere energierekeningen en een vermindering van bijvoorbeeld CO2-uitstoot op. Op dit moment hebben ruim een op de drie huizen een geregistreerd energielabel in de provincie Utrecht. Net iets meer dan een kwart van alle huizen met een geregistreerd energielabel (28,3%) heeft in 2015 een energielabel tussen B en A++. De grootste groep huizen heeft een energielabel C of D, in totaal ongeveer 51%.
Tot 2011 was het transformeren van leegstaande kantoor- of winkelpanden tot woningen in de provincie Utrecht nog niet of nauwelijks aan de orde. Het was gebruikelijker om te slopen of te zoeken naar een andersoortige bestemming. Vanaf 2011 is een kentering zichtbaar en worden leegstaande panden vaker omgevormd tot woningen (transformatie). Waar het totale oppervlakte van transformatie van kantooroppervlakte naar woningen in de provincie Utrecht in 2011 nog 3.130 m2 was steeg dit in 2013 tot 48.035 m2. In 2015 was dit volume 22.160 m2, nog altijd ongeveer zeven keer zoveel vierkante meter als in 2011.
Het aankoopgedrag van consumenten verandert. Steeds vaker kopen mensen goederen via het internet. De oriëntatie van consumenten op internet is bijna verdubbeld ten opzichte van 2011.(i) Deze oriëntatie is een belangrijke oorzaak voor wijzigingen in het koopgedrag en in het winkellandschap. Het gebruik van winkelgebieden loopt terug, wat op veel plaatsen leidt tot leegstand. De winkelleegstand is in de provincie Utrecht in vergelijking met andere provincies relatief laag. In 2016 staat iets meer dan 6% van de totale winkelvloeroppervlakte in de provincie leeg, waar dit landelijk 10% is. De mate van leegstand varieert tussen de diverse gemeenten van de provincie met percentages rondom de 1% in IJsselstein, Eemnes en Bunnik, tot percentages boven de 10% in gemeenten als De Bilt en Veenendaal. In Zeist is de leegstand met 18,6% relatief het hoogst. Overigens zorgt de leegstand van winkelpanden ook voor kansen om woningen in het centrum van de steden te realiseren; grote winkelketens die verdwijnen uit het straatbeeld laten ook grote panden achter met diverse woonbestemmingsmogelijkheden.
(i) Koopstromenonderzoek, 2016.